Search
Close this search box.

Educatie

Soms werkt het beter als je het begrijpt

Op deze pagina vind je video’s met uitleg over gezondheid, fysiotherapie of vitaliteit. De video’s zijn gericht aan de “consument”. Heb je een vraag over een video? Vul dan het onderstaande contactformulier in.

Pijneducatie deel 1

Peter Hagel (fysiotherapeut & vitaliteitstherapeut) verteld over het fenomeen pijn bij gezonde mensen. In deze video maakt hij duidelijk wat de rol van de fysiotherapeut versus de vitaliteitstherapeut is, i.r.t. pijn aan het beweegapparaat.  Hij gebruikt een vereenvoudigde uitleg voor praktische betekenis van pijn.

Het lichaam heeft 3 soorten sensoren:

  • Mechanosensoren: registeren druk of trek op weefsel
  • Chemosensoren: registeren stoffen zoals onstekingsstoffen
  • Thermosensoren: registreren koude of warmte

Deze sensoren hebben verbinding met ons ruggemerg via zenuwbanen. Deze zenuwbanen komen samen in een soort knooppunt (achterhoorn). Wanneer deze sensoren enkel of opgeteld zoveel signaal geven, laten we zeggen 100% opgeteld, dan geeft het ruggemerg het signaal (input) door naar het brein. Dit om te waarschuwen voor schade, oftewel een blessure. Bij een blessure wordt er meer van het weefsel gevraagd, dan het kan hebben.

In relatie tot het beweegapparaat geeft de mechanosensor signaal bij trek. Bijvoorbeeld bij het achterover halen van je vinger. Houdt je dit te lang aan, of ga je te ver, dan zal ook de chemosensor signaal geven. Bij schade met een ontsteking tot gevolg, gaat zelfs de thermosensor signaal geven. Dit zorgt ervoor dat je langer pijn voelt. Ondanks je de trek van de vinger hebt afgehaald.

Het brein herkent patronen, vergelijkt met eerdere ervaringen en geeft de betekenis pijn wel of niet aan deze input. Dit is afhankelijk van de drempelwaarde. Bij een hoge drempelwaarde ervaar je minder (intens) of geen pijn. Bij een lage drempelwaarde ervaar je sneller pijn of in hogere mate. Tot dusver een mechanisch verhaal.

Echter, deze waarde (intensiteit gevoel van pijn) wordt bepaald door de context. Als het brein de input goed kan verantwoorden als veilig, zal het brein minder waarde geven aan de input. Dit gebeurt door het voorste gedeelte van ons brein (prefrontale cortex). Het functioneren van de prefrontale cortex is afhankelijk van leefstijlfactoren zoals: slapen, bewegen, stress, multitasken. Bij slechte leefstijl omstandigheden en daarmee minder goed functionerende prefrontale cortex, geeft het brein meer waarde aan de input (lagere drempelwaarde). Je ervaart meer pijn bij dezelfde input.

Andere factor is emotie. Bij negatieve emoties, zoals angst, geeft het brein meer waarde aan de input (lagere drempelwaarde). Je ervaart een hogere intensiteit van pijn. Je bent gevoeliger. Bij positieve emoties, zoals verliefdheid, geeft het brein minder waarde aan de input (hogere drempelwaarde). Je kunt immers de wereld aan. Je kunt breder kijken en bent minder gevoelig.

De fysiotherapeut houdt zich vooral bezig met de blessure. De vitaliteitstherapeut met patroonherkenning (gewoonte), de leefstijlfactoren en emotiemanagement. Samen helpen ze jou om weer zo snel mogelijk met minder, of zelfs geen pijn te kunnen bewegen.

Pijneducatie deel 2

Binnenkort beschikbaar